Blogs over Alphen

« Vorige - Volgende »

Kutdorp

28 februari 2014 - 12:54  •  Erik Boerefijn  •  reacties

Kutdorp

Alphen aan den Rijn -

Ik sta met m'n broertje en wat vrienden in een Amsterdamse metro vol Ajaxsupporters. Naast me staan twee oudere Ajacieden. Eén kijkt me aan en wijst naar een enthousiasteling die iets verderop in de ondergrondse met z'n vuist het metrodak als trommel gebruikt en periodiek uit volle borst 'Joden!' staat te krijsen. Ik kijk. Negentien jaar, misschien jonger. Hij springt en schreeuwt onophoudelijk door. Het stalen dak blijkt inderdaad vlijmscherp; om de paar seconden likt hij onverstoorbaar het bloed van z'n knokkels af. 

Als nakauwend vee staat 'ie daar, de kleine pillenslikker. Er wordt gezongen over Israël en joden. En over Telstar en Feyenoord. Ik kijk rustig om me heen. De metro stopt, de deuren gaan open. Er staan wat mensen te wachten, maar er komt niemand meer bij. Er durft niemand meer bij. Een paar minuten later schalt een vrouwelijke robotstem Beatrix-achtig 'Station Bijlmer Arena' door het voertuig. Gevoelsmatig tergend langzaam gaan de deuren weer open en eindelijk: lucht. Zo voelt vrijheid dus. Soms moet je daar even aan herinnerd worden. We lopen rustig verder. Even pissen, hamburgertje naar binnen werken, opstelling checken, peukje roken en dan naar binnen, weer de drukte in.

Een ontzagwekkende klotepot voetbal volgt en in de rust is de wedstrijd al gespeeld. Ik besluit om de ellende compleet te maken: m'n cluppie 3-0 achter, dan ik ook. Uit solidariteit bestel ik m'n derde alcoholvrije bierimitatie. In de Koek-en-Zopie-afdeling van de Arena ziet het zwart van de dorstigen. Niet gek, gezien het wedstrijdverloop. En hoewel de prijs in euro's wordt aangegeven, kun je nog steeds alleen maar met die klote-Arena's betalen. Omdat ik behalve dorst ook nog trek heb, zit er niks anders op dan achter in de rij aan te sluiten voor een nieuw kredietwaardig kaartje. Ineens vliegt een legioen stewards door de gang.

Op de vloer ligt een jongen. Languit. Hij lijkt niet meer te kunnen opstaan en valt bij elke poging weer net zo hard met z'n bek op de stenen vloer. Het is wachten tot hij z'n bewustzijn verliest. Hij krijst en verzet zich met alle geweld tegen de stewards die hem willen helpen. Van een afstandje zie ik het ineens: kapotte knokkels. Die zit mogelijk iets vroeger dan verwacht bij de huisarts...

Negen stewards verder en vijf minuten later wordt hij afgevoerd. Leuk wordt 't niet meer. Uit beleefdheid blijven we zitten en nadat de afgedroogde Godenzonen met het schaamrood op de kaken applaudisserend voorbij zijn komen schuifelen, begeven we ons richting uitgang. Ik kijk op m'n horloge. 'Gast, opschieten', zeg ik tegen m'n broer. We zijn te laat om nog via Leiden te reizen en op de valreep halen we net de laatste trein richting Woerden, die ons hopelijk aansluiting geeft op de laatste trein van Utrecht naar Alphen. En opeens besef ik het weer.

Laatste trein, half één 's nachts, donderdagavond? Wat is Alphen eigenlijk toch een kutdorp… 'Ga je nog mee een pilsje happen?' 'Nee man, ik moet werken.' Even later fiets ik op donderdagnacht door Alphen. Lekker naar huis. Er is geen hond op straat, het is doodstil. Wat een rust. Zalig. 

Toch best lekker, zo'n kutdorp…

Fotograaf: Josh Walet