Blogs over Alphen

« Vorige - Volgende »

De Cock en de moord in de Alphense oliebollenkraam (4)

29 december 2014 - 15:13  •  Machiel van der Schoot  •  reacties

De Cock en de moord in de Alphense oliebollenkraam (4)

Alphen aan den Rijn -

Opnieuw scheurde Vledder door het rode licht het kruispunt van de Kennedylaan op, maar nu ging hij rechtdoor de Sportlaan in. Bijna op twee wielen zigzagde hij langs de vluchtheuvels. “Kan het iets minder Dick”, schreeuwde Vera Prins, maar Vledder luisterde niet. Pas op het grasveldje bij het water stopte hij zijn dodemansrit. Er was al iemand van de mountainbikepolitie aanwezig, die direct op hun afkwam. Ook dokter Gebel was er al. “Zo dokter, de zaken gaan goed. Toch mooi meegenomen in deze dure tijd van het jaar”, grapte Vledder. “Wat hebben we?”. De dokter gaf geen antwoord, maar de agent met de fietshelm  stelde zich voor  “Verschuur, LARRY Verschuur”, op een toon die deed denken aan James Bond. “Het slachtoffer lijkt gewurgd en daarna in het water gegooid te zijn. Misschien kennen jullie hem wel: Bas Bosman, een fanatiek sporter, verbonden aan de atletiekwedstrijd, de 20 van Alphen”. 

Terwijl Prins en Vledder hun onderzoek ter plaatse afrondden, liep de Cock het politiebureau binnen. “Hier komen de Cock”, riep chef Nieumeijer vanaf de trap hem naar zijn kamer.  “Hoe ver zijn we?”. Nog voor er antwoord kwam, ging hij door: “vanuit mijn ervaring denk ik dat je het beter kunt zoeken bij de concurrerende kramen dan op het gemeentehuis. We moeten dit snel oplossen. D’r uit de Cock”.

De rechercheur verblikte of verbloosde niet. Hij was het gezeur van zijn baas gewend en liep naar Keizer, die achter de spiegel in verhoor 3 zat. “Hoe gaat het hier Appie?” vroeg hij. “Wie is die mevrouw?” “Dat is Maaike L., ze is één van de bewoners van de appartementen boven de kraam. Haar deur zat onder de witte poeder. Ze zeggen nog niet veel, alleen heeft die Vermeer een stevige aanvaring met Koornstra gehad. Er viel zelfs een paar rake klappen, maar we hebben ze uit elkaar gehaald”.

“Er is trouwens weer een lijk gevonden” zei Keizer. “Waarom zeg je dat nu pas? Is er al iemand heen? Wie is het?” De Cock was in verwarring. De personen, die hij had gedacht aan te treffen in centrum, had hij niet kunnen vinden en zijn doorgaans scherpe intuïtieve denken liet hem in de steek. “Vledder is er heen met Prins. Ik bel hem gelijk”.  Terwijl Keizer zijn collega probeerde te bereiken, keek de Cock door de spiegel. Dit waren niet de mensen, die het gedaan hadden. Misschien had die vrouw wat gezien, die moest nog maar even blijven, maar de rest kon wel naar huis. Het was tenslotte Kerst.

“Vledder komt hier heen. Het blijkt een moord te zijn. Het slachtoffer is ene Bosman”. “Toch niet BAS Bosman?” De Cock, die al heel wat had meegemaakt en niet zo snel van zijn stuk te brengen was, voelde zijn maag omdraaien. Uitgerekend met die man en iemand anders had hij een uur geleden afgesproken om eens indringend te praten, maar op het ontmoetingspunt was niemand komen opdagen.  

Net toen hij zich oud en moe begon te voelen, kreeg hij plotseling toch een ingeving. “Laat ook maar die Maaike los. Bel Vledder en Prins dat ze direct naar de bibliotheek komen. Wij gaan daar nu ook gelijk heen. Daar vinden we de dader”.


Machiel Baantjer

Lees ook de vorige hoofdstukken deel 1deel 2 en deel 3 en het slot

Fotograaf: Josh Walet