Blogs over Alphen

« Vorige - Volgende »

Mensenjunk

1 februari 2016 - 14:18  •  Corien Kraaijeveld  •  reacties

Mensenjunk

Alphen aan den Rijn -

Het dorp bleek drukker dan verwacht en die veldwachter was in geen velden of wegen te bekennen. Het Groene Hart was in opmars. Alphen werd destijds ook wel ‘slaapstad’ genoemd. Hier wonen en elders werken.

In mijn geboortestad woonde ik in een 'volksbuurt', waar volop contact was en iedereen met elkaar kletste. Een ochtendje naar de markt (‘marten’) betekende slenteren, praatje hier, bekende daar, ons kent ons. Zeker als je vaker op de ‘mart’ kwam, was daar binnen de kortste tijd herkenning. Heerlijk vond ik dat, om ergens te komen waar mij het gevoel werd gegeven dat ze mij (her)kenden. Dat mij werd gevraagd hoe het met me ging. Of ze dit nu werkelijk interesseerde, dat maakte niet uit. Het voelde fijn, alsof je er toe deed. 

Soms had iemand iets onthouden en werd hier later naar gevraagd. Die interesse voelde goed, want het betekende dat er naar je geluisterd was. Althans, zo leek het. Wat moest ik dan ook wennen toen ik in ‘dat drukke dorpje’ kwam, waar tijd geld was en persoonlijk contact uitzonderlijk.

De eerste maanden had ik nog geen werk. Hierdoor had ik tijd in overvloed. In mijn ogen ideaal om de omgeving en vooral de mensen te leren kennen.  Maar met de dag werd ik somberder en na een week was ik geheel terneergeslagen. Met de Herenhof om de hoek, dacht ik dat het wel goed zou komen.

Iedere dag ging ik naar dezelfde winkels, waar ik de mensen vriendelijk begroette. Mijns inziens had er na een dag of drie toch wel een klein beetje herkenning kunnen komen. En na een dag of vijf toch wel een opgewekt ‘hallo’ i.p.v. een immer dezelfde zakelijke ‘goedemorgen’. Soms probeerde ik een praatje te maken, maar steeds kreeg ik maar weer die blikken alsof ik knettergek was dat ik zo ‘contact zocht’. Thuis kreeg ik te horen dat ik het verkeerd zag en dat het allemaal wel zou veranderen. En dus hield ik vol. Soms was het frustrerend, omdat ik geen verandering zag. Maar ik bleef mezelf trouw en bleef vriendelijk en vrolijk.

Mijn motto was (en is nog steeds): “Wat je weggeeft, krijg je terug”. Als je een glimlach weggeeft, zal je er eerder eentje terugkrijgen, dan wanneer je een chagrijnig gezicht zult laten zien. Zo loop ik ook gerust in een winkel of op straat naar iemand toe om een compliment te geven. Over bijvoorbeeld een kledingstuk of leuke schoenen. Of ik geef een vader of moeder een compliment over hun pasgeboren telg. Gewoon persoonlijke complimenten, ik blijf ze uitdelen.

Ik had altijd de hoop dat ik het ons-kent-ons gevoel ook hier zou gaan ervaren. Nu, jaren later, kan ik oprecht zeggen dat dit gelukt is. Mijn ‘werk’ is niet voor niets geweest. Ik heb veel mensen leren kennen. Sommige zijn vrienden geworden, anderen vallen onder kennissen of bekenden. Er zijn in ieder geval vele blikken van herkenning.

Hoe leuk is het dat mensen vrolijk naar je zwaaien, je aanspreken of gewoon zomaar even een praatje maken. Dat is waar ik van hou. Contact met de mensen. Een glimlach op gezichten zien verschijnen. Tja, ik noem mezelf niet voor niets een 'mensenjunk'.

En natuurlijk zullen er mensen zijn die hier geen behoefte aan hebben, maar ik denk dat het gros van de mensen dit toch wel kan gebruiken. Want met alle ellende op dit moment in de wereld en in het leven van velen, maakt door een vrolijk gezicht, een vriendelijk woord of alleen maar een knipoog ieder hart toch even een sprongetje...?

Fotograaf: Josh Walet