Blogs over Alphen

« Vorige - Volgende »

Verkiezingscolumn 2012: Gemeenschappelijke idealen?

11 september 2012 - 09:48  •  Erik Boerefijn  •  reacties

Verkiezingscolumn 2012: Gemeenschappelijke idealen?

Alphen aan den Rijn -

Volgens mij heeft politiek anno 2012 net zoveel met gemeenschappelijke idealen te maken als de eerste scheet die aangeeft dat je nu toch echt moet poepen. Op een feestje hou je die natuurlijk nog netjes in, maar in je eigen bed merkt alleen je vrouw het nog. Hoezo, een instrument om gemeenschappelijke idealen te verwezenlijken? We stemmen op een partij vanwege onze financiële situatie of gewoon, uit gewoonte. En anders omdat iemands chronisch breeduit glimlachende gelaat je aanstaat en je denkt te begrijpen waar diegene het over heeft. Maar in 2012 stemmen vanuit ideologisch oogpunt? Mwah…

De verschillen zijn zo groot dat het stembiljet een blauwdruk is geworden van je toekomstige loonstrook, uitkeringsspecificatie of winst- en verliesrekening. En dan gaat het helemaal niet meer om idealen, maar om een rokende schoorsteen. Wat is dat trouwens, een ideaal? Volgens de Van Dale ‘een gedachtevoorstelling van iets dat de volmaaktheid benadert’. Leuk, volmaaktheid. Dat is dan weer ‘zonder gebrek’. En wat is iets zonder gebrek? Is dat een pak koffiepads dat nooit opraakt en altijd vers blijft? Zijn dat siliconentieten waarvan je niet ziet dat het siliconentieten zijn? Is dat een een kind hebben zonder ADHD, PDD-NOS, MS-DOS en WP 4.1, dat bovendien goed kan leren, beleefd is tegen ouderen, alle liedjes van Kinderen voor Kinderen zonder stotteren zuiver meezingt en de afwas doet?

Stieken, heel stiekem, denk ik dat de verschillen te groot zijn geworden om nog te kunnen spreken over gemeenschappelijke idealen. Mijn kat gaat altijd precies daar liggen waar de zon de vloer het lekkerst heeft opgewarmd. En m’n vissen zwemmen bij voorkeur altijd precies daar waar het vissenvoer het snelst naar beneden zakt. De grootste vis zwemt altijd bovenaan, terwijl de kleinste visjes het moeten doen met de afgekloven restjes of minder. Hoe zit dat met ons? Wachten wij altijd keurig met naar die buffettafel rennen totdat tante Corrie in haar rolstoel als eerste haar bordje heeft volgeschept? Duwen we die dan geheel belangeloos en gaan we zelf pas een maaltje bij elkaar scharrelen als tante Cor lang en breed onder de tomatenketchup en de jus zit? Of is onze beleefdheid maar net afhankelijk van hoeveel trek we hebben op dat moment?

Je ziet die lijsttrekkers met liters zweet en klamme handjes hun partijprogramma's opratelen zoals een peuter van vier doet met de tafel van vijf: hunkerend naar een stickertje. Terwijl ze net doen alsof ze luisteren, staan ze te rekenen hoeveel zetels het ze zou kunnen opleveren als ze precies op het goede moment door het betoog van de sprekende collega-lijsttrekker gaan staan schreeuwen. Altijd iets met ‘land’ en ‘afgrond’, maar wel weer keurig gevousvoyeerd. Hoe zou het zijn als Mark Rutte wél naar het conservatorium was gegaan en van z'n hobby zijn beroep had gemaakt? Zou zijn gemeenschappelijke ideaal dan nog steeds het beperken van het begrotingstekort tot maximaal 3% in 2013 zijn?

Kiesvrijheid, het klinkt leuk. Maar we kunnen gunstig stemmen en dat is het dan. Uiteindelijk worden al die partijprogramma’s in de blender gepleurd door de meest toegeeflijke meerderheid. En iedereen weet: als je te lang op het knopje van dat keukenapparaat blijft drukken, blijft er niets anders over dan een vieze, diarreeachtige drab met kleine stukjes. Leuk hoor, links en rechts. Maar wat blijft er van al die onderlinge verschillen over als de informateur erachter is gekomen wie met wie wil knikkeren en de formateur voorkomt dat de heren en dames politici elkaar afmaken? Als diezelfde formateur precies het goede moment uitzoekt om aan de pils te gaan, is het toch uiteindelijk altijd weer lepeltje-lepeltje, precies in het midden van het bed?

Ben je onverschillig als je begrijpt dat een ondernemer op de VVD stemt en iemand zonder werk op de SP of de PvdA? Zweef je dan? ‘Het is een voorrecht om te mogen stemmen’, zei mijn vader altijd. Nog steeds trouwens en hij heeft gelijk. Maar uiteindelijk proberen we toch allemaal op onze eigen manier als eerste bij dat vissenvoer te komen? Is democratie inmiddels niets anders meer dan het - terecht - voorkomen van een dictatuur? Maken we het onszelf niet veel te lastig door zo ver uit elkaar te gaan staan? Dat praat zo moeilijk. Politiek Nederland is zo erg bezig met het benadrukken van verschillen, dat van gemeenschappelijke idealen toch geen sprake meer kan zijn?

Ik ga ‘gewoon’ stemmen. Op een partij die ver bij de uitersten vandaan blijft en waar van ‘gemeenschappelijke idealen’ in ieder geval het ‘gemeenschappelijke’ nog mogelijk is. ‘Als ik niets zeg, moet je gewoon rechtdoor’, zei m’n rijinstructeur altijd. Natuurlijk wordt uiteindelijk alles stront en kun je alles doodredeneren. Maar regeren en in het openbaar je scheten inhouden; misschien staat dat nog wel het dichtste bij mijn gedachtevoorstelling van iets dat de volmaaktheid benadert. Veel wijsheid toegewenst, morgen.

Fotograaf: Josh Walet