Centrum Alphen
Een ets uit 1714 van Francois van Bleyswijck
Links vooraan de meisjeskostschool waar Alphen beroemd om was. Achter de brug, de molen die ter hoogte van het huidige theater stond.
De Alphense brug bestaat in vele gedaantes al eeuwen lang. De oudste beschrijvingen vertellen van een stenen brug met 2 bogen, waar kleine schepen onder door konden varen.
Mogelijk was er al in de Romeinse tijd een eerste brug zoals afgebeeld.
In 1589 werd besloten tot de bouw van een echte beweegbare brug. Van deze brug zijn diverse tekeningen en prenten bewaard gebleven.
In 1910 werd de enkele klapbrug vervangen door een dubbele klapbrug. Deze smalle brug leverde met het steeds drukker wordende verkeer na de oorlog steeds meer problemen. In de jaren 50 van de vorige eeuw werd het centrum grondig aangepakt. Veel mooie gebouwen werden gesloopt om de toegangsweg naar de brug breder te maken. De nieuwe brug had weer een enkele klep.
In 1985 stortte de brug in elkaar, maar hij werd weer gerepareerd.
Gerelateerde afbeeldingen:
Van het tijdperk vóór 1875 zijn er geen foto's van Alphen aan den Rijn. Pas daarna werden foto's genomen met een lichtgevoelige glasplaat.
Tot die tijd bestonden er alleen tekeningen, schilderijen en etsen. Deze laatsten werden gebruikt om prenten meervoudig af te drukken.
Op een (vaak koperen) etsplaat werd een waslaag aangebracht, waar de kunstenaar zijn tekening in maakte. Met het tekenen verdween op de plaatsen van de lijnen de was van de plaat. Die werd in een zuurbad gelegd, waarna het zuur in de plaat invrat op die plaatsen waar geen was meer zat.
Door de plaat met inkt in te wrijven en daarna weer schoon te maken, bleef alleen inkt achter in de groefjes op de plaat. Met behulp van een pers en een vel papier kon zo een afdruk van een plaat gemaakt worden. De afdrukken werden los verkocht of in boeken ingebonden.
Soms werd de plaat later nog met de hand ingekleurd.
Gerelateerde afbeeldingen:
De Julianastraat was eeuwenlang de belangrijkste straat van Alphen, waarover alle verkeer van Leiden naar Utrecht trok. De straat begint aan Noordzijde bij het omloopkanaal en eindigt aan de Zuidzijde opnieuw bij het omloopkanaal.
Ten Noorden gaat de Julianastraat over in de Wilhelminalaan en ten Zuiden in Prins Hendrikstraat.
Voordat de straat naar de toenmalige prinses Juliana werd genoemd, heette het de Dorpsstraat. De naamswijziging vond plaats bij de fusie tussen Alphen, Aarlanderveen en Oudshoorn in 1918. Alle drie de dorpen hadden een eigen Dorpsstraat. In Aarlanderveen (Rijnzijde) werd de naam gewijzigd naar Raadhuisstraat, in Oudshoorn naar Hooftstraat en in Alphen werd prinses Juliana vernoemd.
De straat is overigens al bijna 2.000 jaar oud en maakt in de Romeinse tijd deel uit van de Limes, de noordgrens van het rijk, waarvan delen nog steeds zichtbaar zijn in de buurt van Zwammerdam.
Gerelateerde afbeeldingen:
In de Romeinse tijd was de Oude Rijn nog de hoofdstroom in de Lage Landen delta van de grote rivier de Rijn, die de Noordgrens van het rijk vormde. Eb en vloed drongen ver door in de binnenlanden en het gebied leek veel op de huidige Biesbosch.
In de loop van de eeuwen, verlegde de rivier haar loop en greep ook de mens in. Uiteindelijk was van de machtige Rijn een kanaalachtig riviertje overgebleven. Overigens waren er nog wel wat problemen. De afwatering liep niet altijd even goed.Rond Alphen waren er regelmatig overstromingen, omdat de monding van de Rijn bij Katwijk verzandde en er nieuw water uit de provincie Utrecht na regenval hier heen kwam. Bij Zwammerdam werd daarom rond 1150 een afdamming gemaakt. Hier hadden we minder problemen, maar in Utrecht des te meer.
Nederland was toen onderdeel van het Duitse Keizerrijk en keizer Frederik Barbarossa besloot dat de dam weg moest, maar dat Utrecht en Holland gezamenlijk een oplossing moesten vinden in het reguleren van het water. Koningin Juliana heeft in Zwammerdam in 1965 een herdenkingsbeeldje ter gelegenheid van het 800e jaar onthuld.
De Oude Rijn stond tot 1800 nog in open verbinding met de zee. In Alphen was er toen iedere dag 2x hoog- en laagwater. Bij laag water konden schepen het centrum niet passeren. Daarom is in de 17e eeuw een omloopkanaal gegraven, zodat een deel van de schepen in ieder geval wel kon doorvaren. Het omloopkanaal is grotendeels nog in takt, zij het dat er niet meer gevaren kan worden. Volgens velen een gemiste kans bij de grootschalige herinrichting van de Hoge Zijde. Het omloop kanaal loopt vanaf de Oude Rijn bij het Schoutenhuis in de Julianastraat via de Paradijslaan onder de Castellumstraat weer terug naar de Rijn.
Gerelateerde afbeeldingen:
De huidige Adventskerk is gebouwd van 1920-1922, nadat in 1916 de "Nieuwe Kerk" door brand, veroorzaakt door een dakdekkersleerling, was verwoest. Achter de kerk staat de grafkapel van Baron De Smeth (nu stiltecentrum) het enige deel van
de vorige kerk, dat niet was afgebrand. De "Nieuwe Kerk", daarvoor was in de plaats gekomen voor de "Oude Kerk", die in 1619 (het omgekeerde van 1916) was afgebrand.
De architect van de Adventskerk (1.200 zitplaatsen toen) was W.Ch. Kuijper. J. Gesman en H. Turkenburg waren de aannemers.
De plattegrond van de kerkruimte is een Grieks kruis. De hoeken hiervan zijn opgevuld met resp. twee torens aan de oostzijde en vergaderzalen aan de westzijde. Het gebouw als geheel heeft daardoor een vierkante plattegrond. In drie armen van het kruis waren oorspronkelijk galerijen aangebracht om voldoende zitplaatsen te bieden. In de vierde arm kreeg de preekstoel met het orgel een plaats.
De kerk heeft een sobere architectuur, maar wordt zeer verlevendigd door de grote kleurige glas-in-loodramen. Het glanzende koper van de orgelkas en de kroonluchters draagt hier aan bij.
Het kerkinterieur is in 1974 grondig gewijzigd. De galerijen aan de zuid- en noordzijde werden afgebroken, de deuren links en rechts van de preekstoel verwijderd en alle banken op de begane grond vervangen door stoelen die in een halve cirkel om de preekstoel zijn geplaatst. Aan de oostzijde kwam een ontmoetingsruimte die indien nodig weer bij de kerk getrokken kan worden.
In de toren hangt een carillion uit de jaren 1960 van Klokkengieterij Petit en Fritsen.
Het orgel is in 1922 gebouwd door de firma G.F. Steinmeyer & Cie., waarvan er maar 2 in Nederland zijn.