Paradijslaan
Daar stond de nieuwe Bonifaciuskerk in 1886: een neogotisch (bijna hemels) juweel aan de Paradijslaan! Zo beleefde katholiek Alphen de nieuwe kerk: de bevestiging van een eeuw katholieke emancipatie. De kerk verving de kerk aan de prins Hendrikstraat.
Een erewacht van 36 ruiters, guirlandes, vlaggen, bloemen en muziek onderstreepten de feestgevoelens op deze dag. Helaas zou hij beëindigd worden door ordeverstoring: vlaggen werden weggerukt, ruiten sneuvelden, de burgemeester moest bisschop Bottemanne een bewakingsescorte meegeven van 4 veldwachters! De weg van de oecumene zou nog lang zijn...
Bouwen vraagt ook in het paradijs om een stevige fundering: 570 houten heipalen, waarvan 300 met een lengte van 10 meter, werden door aannemer Moons uit Berkel in de grond geslagen. Architect van de kerk was Evert Margry uit Harderwijk, een leerling van de beroemde Cuypers die de Franse gotiek in ons land introduceerde in de 19de eeuw. Margry had al een aantal kerken in de regio gebouwd (Hoogmade, Voorhout) en was bezig met de bouw van de kerk in Nieuwveen. De overeenkomsten zijn dan ook niet zo verrassend. Karakteristiek zijn: het consequent gebruik maken van baksteen en natuursteen, het zaagtandmotief in de lijsten onder de ramen, het houten tongewelf.
Evert Margry werkte samen met kunstenaars, vakmensen uit diverse disciplines die zich herkenden in de Franse gotiek en dit wilden etaleren in hun kunstwerken. De aanvankelijk witgepleisterde kerk zou in de loop van de volgende decennia het aangezicht krijgen van een kleurrijk interieur, als een diapresentatie van Bijbelse taferelen. Beelden, ramen, wandschilderingen, vaandels, een Piëta.
De grootste bijdrage aan de vormgeving van de kerk werd geleverd door de ateliers voor glasschilderkunst van de firma Mengelberg. Deze protestantse kunstenaarsfamilie uit Keulen belandde op uitnodiging in katholiek Nederland. Talrijke kerken in ons land getuigen van de artistieke prestaties van verschillende generaties Mengelberg. In onze Bonifacius werden vanaf 1920 tot 1935 gerealiseerd:
twee ramen over het leven van Bonifacius (de verkondiging aan de Friezen en de marteldood), vervolgens de twee hoofdramen in het zuider- en noordertransept, gewijd aan Sint Jozef en de martelaren van Gorcum. De 10 ramen met wit glas in de zijwanden van de kerk zouden de 10 geboden illustreren, maar door geldgebrek in de dertiger jaren werden er slechts 4 gerealiseerd.
Gerelateerde afbeeldingen:
Het omloopkanaal is ontworpen in de 17e eeuw om minder opstoppingen rond de Alphense brug te krijgen.
In die tijd stond de Oude Rijn nog in open verbinding met de zee. In Alphen was er iedere dag tweemaal eb en vloed. Bij laag water stond er zo weinig water in de Rijn, dat zwaar geladen schepen de Alphense brug niet konden passeren. De schepen moesten dan wachten tot het hoogwater was.
Ongeladen schepen konden via het omloopkanaal, de opstoppingen vermijden.
Het omloopkanaal is nog grotendeels terug te vinden, bij de Hoflaan, langs de Paradijslaan en de Postkade. Velen in Alphen vinden het nog steeds jammer, dat toen het complete centrum op de schop is gegaan rond 2000, het kanaal niet opnieuw is opengesteld voor kleinere schepen.
Op de kaart is te zien, dat de Molenvliet in het omloopkanaal uitkwam. De Molenvliet, tegenwoordig nog een klein slootje, werd toen nog gebruikt voor scheepvaart. Waar de Molenvliet vroeger liep is nog de zien aan een klein inham in het omloopkanaal ter hoogte van de Castellumstraat.
Het omloopkanaal kreeg in de 19e eeuw een aftakking richting het station. Daar werd een haventje aangelegd voor de aanvoer van kolen voor de treinen en voor verder transport van landbouwproducten uit de polder per spoor. In de prins Bernhardlaan lag toen de Kievitsbrug, genoemd naar de naastgelegen boerderij.
Gerelateerde afbeeldingen:
De Castellumstraat is genoemd naar het Romeinse fort dat in het begin van de jaartelling op de plaats van het centrum van Alphen lag.
Vroeger heette de Castellumstraat de Schoolstraat en nog weer eerder de Papenstraat.