Politiek - Beter Alphen

« Vorige - Volgende »

Wie teveel wil komt bedrogen uit

1 oktober 2013 - 09:15  •  Wil Verschuur  •  reacties

Wie teveel wil komt bedrogen uit

Alphen aan den Rijn -

Ik het land der blonde duinen, heel dicht bij de grote zee,
Leefde ooit een dwergenpaartje en hun naam was Piggelmee.
Het waren echt heel arme mensjes en tot hun vreselijk lot,
hadden zij geen huisje, maar woonden in een Keulse pot.

Voor de zon en voor de regen, nooddruft had hen dat geleerd.
Hadden zij die stenen pot met d’opening omlaag gekeerd.
Toen een gat erin geslagen, groot genoeg was het voor,
hun zo kleine dwergenlijfjes en daar kropen zij dan door.

‘T vrouwtje zorgde voor het eten, maar dat eten moest er zijn.
Het ventje ging dan jagen en schoot een haasje of konijn.
Zo wist dan het dwergen paartje, zich te schikken in hun lot.
En zij leefden vele jaren in hun omgekeerde pot.

Op een mooie zomermorgen, lazen ze in de dwergen krant,
dat er was een tovervisje, komen zwemmen naar het strand.
Het visje dat met staart en vinnen, zich stoer door de golven sloeg,
kon je alles, alles geven, als je het maar nederig vroeg.

Doodstil werd het die morgen, in die oude Keulse pot,
want de beide dwergjes dachten aan hun droef en armelijk lot.
Manlief, zei het dwergen vrouwtje, durf jij naar dat visje gaan,
vrouwtje lief dat doe ik zeker, voor je het vroeg dacht ik eraan.

Maar wat zou ik dan vragen, als ik echt het visje sprak.
Eerst maar een heel leuk huisje, met een schoorsteen en een dak.
En ‘s morgens in alle vroegte, ging mannetje Piggelmee,
klossend op zijn oude klompjes, naar het visje in de zee.

Visje, riep hij reeds van verre, met zijn handjes aan zijn mond,
visje, kan ik je spreken, zwem je hier in het water rond.
En toen kwam een antwoord en uit de grote wijde zee,
klonk zacht een zilver stemgeluidje; riep je mij, Piggelmee?

Ja, zei heel nerveus het ventje, och denk niet dat ik spot,
wij willen graag een echt huisje, ik woon nu in een Keulse pot.
Ga maar, ga maar, riep het visje en het kost je niemendal,
Ga maar gauw terug naar de duinen, want je huisje staat er al!

Dank je, riep het dwergje en hij danste van de pret,
En waar de pot stond in de duinen, was een huisje neergezet.
Uit een van de vele raampjes, riep zijn vrouwtje reuze blij,
Piggelmee wat vind jij hiervan, in dit huisje wonen wij!

Nu nog meubels en gordijnen, ook een heerlijk zacht bed
en het dwergen vrouwtje had van alles klaargezet.
Dan wilde het vrouwtje, een kasteel, een paleis en alsmaar meer.
Piggelmee rende naar de zee en het visje gaf alles, keer op keer.

Op een dag zei toen het vrouwtje, zeg het visje ik wil zijn als God!
Piggelmee wilde niet naar het visje, maar zijn vrouw zei, ‘t is je lot.
Visje, visje riep het ventje , ik schaam me om wat mijn vrouwtje wil,
Ik moet het toch aan je vragen en het ventje huilde stil.

Ze wil God zijn, ik schaam me diep,
Het visje zwom weg, toen Piggelmee naar huis terug liep.
Thuisgekomen in de duinen, riep hij: ” oh mijn God! ”
Weg was het paleisje en er stond, de omgekeerde Keulse pot!

Gedreven door hoogmoed, hebzucht en ontevredenheid,
Raakten ons dwergen-paartje, voor straf alles kwijt.
In de duinen bij de zee, schikten zij zich in hun lot.
En leefde paartje Piggelmee, nog heel lang, in hun Keulse pot.

@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@

De Lage Zijde doet mij hieraan denken!

Fotograaf: Josh Walet
Beter Alphen.'
Beter Alphen

Politieke partij