Blogs over Alphen

« Vorige - Volgende »

De groenteboer, de hogeschool en de Baronie

24 december 2011 - 13:58  •  Reinder Koornstra  •  reacties

De groenteboer, de hogeschool en de Baronie

Alphen aan den Rijn -

Na mijn jeugd in het landelijke Koudum, was dit mijn tweede ervaring met het begrip “groenteboer”. Tot, een tiental jaren geleden, er opeens een paar deeltijdstudenten afstudeerden waarvan er één groenteboer was. Die wilde een innovatieve formule voor zijn groentewinkels. Ik heb hen er toen op gewezen dat, volgens mij, solitaire panden geen toekomst konden hebben, maar dat ik dacht dat een pand naast een discounter als ALDI of LIDL een prima vestigingsplaats moest zijn. Dát bleek, als er ook een bakker én een slager waren, inderdaad te kloppen. Eigen onderzoek in Zoetermeer (2010) bleek hetzelfde resultaat op te leveren. En nu, eindelijk, ook het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel (HBD) dat heeft uitgezocht, is het natuurlijk pas écht waar!

De vorige week komt opeens een collega met het idee mij te betrekken bij de ontwikkeling van een model voor het zoeken naar een betere vestigingsplaats. Natuurlijk heb ik dat model allang, en is, maar dat moeten we nog even onderzoeken, dat model uitstekend bruikbaar voor kleinere winkelcentra. We hebben het getest (gevalideerd) op verschillende winkels, maar nee, niet op groentewinkels, en zo kom ik weer eens in aanraking met een specialisme waarvan ik me al jaren afvraag of dat, met alle belangstelling van grote supermarktketens voor verswaren, nog wel toekomst heeft. Nou, daarmee valt me dus een kans in de schoot.

Blijkbaar heeft “onderzoek” door onze eerstejaars studenten merkwaardige resultaten opgeleverd, en het was duidelijk dat het door hen ontwikkelde model de individuele groenteboer weinig zou opleveren.Tóch hadden ze de zaak weinig anders aangepakt dan de grote adviesbureaus dat doen. Dat komt er, simpelweg, op neer dat men, aan de hand van CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) publicaties de landelijke omzet in groenten en fruit deelt door het aantal inwoners, met als gevolg de gemiddelde omzet in die productcategorie per persoon (of per gezin). Vervolgens vermenigvuldigt men dat bedrag met het aantal mensen of gezinnen die rond dat rond die winkel (rond het winkelcentrum) woont en ziedaar, de potentiële omzet van alle winkels waarin groente en fruit wordt verkocht. Vervolgens eigent iedereen zich een deel van die omzet toe en ziedaar: de geschatte omzet van de winkel waarvoor men het onderzoek doet. Maar ja, als je dan op veel plaatsen geen groentewinkel vindt, terwijl die er wel zou moeten zijn, en op andere plaatsen een winstgevende groentewinkel aantreft die er helemaal niet zou moeten zijn, dan is er natuurlijk fundamenteel iets mis met dit, ook door gemeenten gebruikte, model voor vestigingsplaatsonderzoek.

Het kernprobleem zit erin dat men zich veel te gemakkelijk klanten ‘toe-eigent’ waardoor die geschatte omzet, en dat geldt ook voor winkelcentra én zelfs hele verzorgingsgebieden, veel te hoog is. Het probleem dat ik de vorige week in de column ‘Verdringing’ al aan de orde stelde. 
Maar, minstens zo belangrijk, is dat door al die onderzoekers misschien nog wel de aantrekkelijkheid van het betrokken winkelcentrum wordt meegeteld, maar zeker niet de typische maatschappelijke functie van dat winkelcentrum. Betreft het een dorpswinkel, een buurt- of dorpscentrum, een wijkwinkelcentrum of een stadscentrum? En verdienen de omwonenden meer of minder dan gemiddeld? Welke culturele achtergrond hebben die klanten? Dát maakt nogal wat uit, want zelfs de beste winkelformule houdt het niet uit in een centrum waar die winkel geen toegevoegde waarde heeft, in de ogen van de klanten tenminste! 
Dan zijn er nog punten als de juiste afstemming van de winkel, en niet alleen qua assortiment, op die specifieke functie van dat winkelcentrum in de maatschappij. Tenslotte moeten de klanten je ook nog wat gunnen, en dat heeft heel veel te maken of die groentewinkel voor hen ‘the place to be’ is, de plaats waarin ze zich prettig en gewaardeerd voelen. Natuurlijk de primaire taak van de groenteman, want zonder dat ‘gunnen’ verlies je de klanten nog sneller dan je ze naar binnen haalt. Je kunt voor de potentiële omzet voor welke winkel dan ook best wel een goede schatting maken, maar het rekensommetje dat ik U eerder beschreef is daarvoor veel te simpel En zo zijn veel winkels, én groenteboeren, eigenlijk al failliet voor ze beginnen.

Maar toen ik vanochtend in AD Alphen het verhaal las over “De Baronie” kreeg ik de omdruk dat hieraan zelfs dit soort eenvoudige sommetjes niet besteed zijn. Even aannemende dat Hoogvliet daar nog steeds wil komen (Lidl is blijkbaar al helemaal afgevallen) dan is de rest een rommelig geheel van winkels waarbij de keuze bepaald lijkt door hun wens en financiële vermogen een winkel in Alphen te willen hebben. Die “Blokker” zal wel een Xenos worden, want Blokkers (of Marskramers, of Intertoys, of Bart Smit’s hebben al genoeg in onze stad. En ook Action is wel een gewenste aanvulling, maar beide formules passen meer in een groot wijkwinkelcentrum, of als gewenste toevoeging van ons Stadshart (Thorbeckeplein). Maar daarover gaan we het nog wel eens hebben, want de realisatie van ‘De Baronie’ duurt nog wel even, zelfs mét een slager, een bakker en een groenteboer!

In ieder geval weet U waarmee ik in de kerstvakantie bezig ga. 
Iedereen prettige, zalige of gezegende kerstdagen toegewenst.

Fotograaf: Josh Walet
Tags: baronie
Groot Baronie.'
Groot Baronie

Winkelen, werken en wonen in een historische omgeving.